Tot 31 december 2020 kon eenieder nog een bepaald bedrag bijverdienen via het systeem van onbelast bijklussen. Sinds 1 januari 2021 kan de fiscus ook een graantje meepikken, aangezien er geen nieuwe wetgeving is gekomen wat betreft de inkomsten verkregen uit de deeleconomie nadat de toepasselijke regels werden vernietigd door het Grondwettelijk Hof.
Uit de oude doos
Ter herinnering bestond er sinds 2016 een wettelijk kader voor het systeem van bijverdienen in de deeleconomie. De wetgever achtte het toen al noodzakelijk om rekening te houden met deze nieuwe vorm van economie. Er werd daarom een fiscale incentive aan de deeleconomie gekoppeld die ervoor moest zorgen dat deze vormen van economische activiteit gemakkelijker konden worden uitgeoefend, zonder dat de administratieve druk te zwaar zou doorwegen. Zo konden personen die hun diensten aanbieden via erkende platformen in het kader van de deeleconomie genieten van een bijzondere fiscale behandeling, voor zover hun bruto-inkomen uit deze activiteit niet hoger lag dan 5.000 euro per jaar.
In 2018 heeft de wetgever bovenstaand systeem aangepast. Het fiscaal gunstregime werd uitgebreid zodat ook occasionele diensten verricht tussen burgers en verenigingswerk hier voortaan onder vielen. De belastingdruk werd eveneens verlaagd naar 0 procent, mits er niet meer werd verdiend dan toegelaten.
Dat systeem zorgde later voor problemen en werd integraal vernietigd door het Grondwettelijk Hof. Voor de activiteiten vallend binnen het kader van de deeleconomie moest er bijgevolg worden teruggegrepen naar het wettelijk kader van juli 2016.
Kan ik nog onbelast bijklussen?
Sinds 1 januari 2021 bestaat er geen belastingvrijstelling meer voor inkomsten gegenereerd uit dergelijke activiteiten. Toch kan er nog een bijverdienste plaatsvinden die fiscaal gunstig wordt behandeld.
Voor inkomsten uit diensten die een particulier levert aan een andere particulier door tussenkomst van een online platform dat erkend is of georganiseerd door de overheid bestaat er een gunstig belastingregime met een aanslagvoet van 20 procent. Echter wordt de helft van dat inkomsten beschouwd als een forfaitaire kost, hetgeen een vrijstelling oplevert waardoor de reële belastingdruk een pak lager ligt.
Let op: het bedrag dat mag worden verdiend is gelimiteerd. Voor het inkomstenjaar 2020 ligt de grens op 6.390 euro.