2025/06/06: De aanvaringen van Luxemburgse BEVEK’s met de fiscus en de Belgische justitie

Luxemburgse BEVEK’s die hun rechten van deelneming aan Belgische beleggers willen verkopen of in Belgische vennootschappen willen beleggen, zouden er verkeerd aan doen te denken dat de fiscale voordelen van het Belgisch-Luxemburgse verdrag hen op een presenteerblaadje worden aangeboden. Getuige hiervan zijn hun recente aanvaringen met de Belgische fiscus en de rechtbanken…

Abonnementstaks

Veel Luxemburgse BEVEK’s verkopen hun rechten van deelneming in België. In principe moeten ze dan op hun Belgisch vermogen de jaarlijkse taks op de collectieve beleggingsinstellingen betalen (tegen een tarief van 0,0925%), ook de abonnementstaks genoemd in het jargon. Ze worden dan geconfronteerd met een dubbele belasting, aangezien ze in het Groothertogdom ook onderworpen zijn aan een gelijkaardige abonnementstaks, ook op hun vermogen uit beleggingen met Belgische beleggers.

Is België bevoegd om deze belasting te heffen op grond van het Belgisch-Luxemburgse verdrag ter voorkoming van dubbele belasting (DBV)? In een arrest van 25 maart 2022 oordeelde het Hof van Cassatie (Franstalige afdeling) dat de abonnementstaks niet kon worden gekwalificeerd als een vermogensbelasting in de zin van het Belgisch-Luxemburgse dubbelbelastingverdrag, zodat België wel degelijk bevoegd was om deze taks te heffen op de Belgische activa van de BEVEK. Het Hof van Cassatie verwees de zaak naar het Hof van Beroep te Luik, dat het eens was met het Hof van Cassatie in een arrest van 6 november 2024.

Een recente uitspraak van het Hof van Beroep van Gent op 5 november 2024 biedt echter een sprankje hoop voor de Luxemburgse fondsen! De Gentse rechters kwamen tot de (tegenovergestelde) conclusie dat de abonnementstaks wel degelijk een vermogensbelasting was, waardoor België in dit geval niet de bevoegdheid had om de Luxemburgse BEVEK aan de abonnementstaks te onderwerpen. Interessant om weten is dat het hof van beroep hier optrad als verwijzende rechter na een arrest van het Hof van Cassatie van 21 april 2022 (Nederlandstalige afdeling)… dat nochtans ongunstig was voor de Luxemburgse BEVEK. Om de zaak voor de Luxemburgse BEVEK te winnen, moest het Gentse hof creatief zijn en zich baseren op het feit dat het Hof van Cassatie niet had geoordeeld dat abonnementstaks geen “vermogensbelasting” was in de zin van artikel 2, § 1 van het DBV. Een mooie juridische pirouette!

Verlaagde roerende voorheffing van 15% op dividenden

Veel Luxemburgse fondsen beleggen ook in Belgische (beursgenoteerde) vennootschappen. Wat gebeurt er wanneer een Belgische vennootschap een dividend uitkeert aan een Luxemburgse BEVEK? Heeft de BEVEK recht op het verlaagde tarief in de roerende voorheffing van 15% (in de plaats van het standaardtarief van 30%) onder het DBV? Om deze vraag te beantwoorden, moet worden bepaald of de Luxemburgse BEVEK kwalificeert als een “ingezeten” vennootschap die in aanmerking komt voor het DBV.

Talrijke Belgische gerechtelijke uitspraken erkennen dit statuut van “ingezetene” voor Luxemburgse BEVEK’s, ook als ze zijn vrijgesteld van inkomstenbelastingen in het Groothertogdom. De rechters beroepen zich hiervoor op een aantal argumenten, met name hun theoretische onderworpenheid aan de impôt sur le revenu des collectivités in Luxemburg en hun aansprakelijkheid voor de Luxemburgse abonnementstaks en de Luxemburgse bronheffing op dividenden van Luxemburgse vennootschappen. Op dit precieze punt werden deze arresten niet tegengesproken door het Hof van Cassatie.

In de praktijk moeten we echter vaststellen dat de Belgische fiscus blijft weigeren om Luxemburgse fondsen het voordeel van het DBV toe te kennen. In dit geval gaat het om een Luxemburgse BEVEK die voor meerdere miljoenen euro’s aan dividenden ontvangt van Belgische beursgenoteerde vennootschappen. Op deze dividenden werd 30% roerende voorheffing betaald aan de Belgische schatkist. De BEVEK dient vervolgens administratieve verzoeken in voor de terugbetaling van de voorheffing, op basis van artikel 10, § 2 van het DBV, dat voorziet in een verlaagd tarief van 15%. Vaak wordt er niet gereageerd op administratieve verzoeken tot terugbetaling, waardoor Luxemburgse BEVEK’s genoodzaakt zijn om hun rechten voor de rechtbank te doen gelden.

Al deze juridische kronkels zullen Luxemburgse fondsen die zaken willen doen in België waarschijnlijk niet geruststellen…

Denis-Emmanuel Philippe en Arnaud Leroy