2023/03/31:Tak 6 product : twee tegenstrijdige rulings

Een voorafgaande beslissing van de DVB bindt de FOD Financiën voor de toekomst als de belastingplichtige alle relevante feiten van de verrichting heeft beschreven en ze verwezenlijkt zoals beschreven.

Een voorafgaande beslissing bindt echter de FOD Financiën niet als blijkt dat de voorafgaande beslissing niet in overeenstemming is met de bepalingen van de verdragen, van het gemeenschapsrecht of van het interne recht.

Eenzelfde ‘tak6’-product wordt nu verschillend behandeld al naargelang het onder de “oude (2021)/Lombard” (artikel 362bis WIB is niet toepasselijk) of de “nieuwe (2023) /Vitis” (artikel 362bis is wel van toepassing) ruling valt. Die situatie valt te betreuren. Een belastingwet moet voldoende “voorzienbaar” zijn. Dat is niet het geval als de fiscus eenzelfde wet toepast of interpreteert op een inconsistente / tegenstrijdige wijze.

Volgens mij zou een Belgische vennootschap die in de producten van Lombard belegt in principe de “oude ruling” kunnen inroepen. In de praktijk kan ik echter niet uitsluiten dat, bij een fiscale controle van de vennootschap in kwestie, de fiscus daar niet mee akkoord zal gaan. Het risico bestaat dat de fiscale controleur zal argumenteren dat de ‘oude’ ruling niet tegenstelbaar is wegens in strijd met de fiscale wet (contra legem interpretatie van art. 362bis WIB).

Indien de vennootschap reeds in de ’tak 6′ product belegd heeft (voor de publicatie van de Vitis ruling), zou ze m.i. het rechtszekerheidsbeginsel kunnen inroepen (de belastingplichtige kan en mag vertrouwen op de verwachtingen die de overheid bij hem doet ontstaan) (cfr Cass. 21 april 2022, F.20.0150.N).

Het kan in ieder geval veiliger zijn de recentste ruling te volgen om discussies met de fiscus te voorkomen…

Lees ook de bijdrage van Denis-Emmanuel Philippe in de Tijd.

De Tijd 31 03 2023