2018/11/30: Welke kansen biedt de nieuwe fiscale consolidatie?

Vanaf 2019 zullen Belgische ondernemingen die deel uitmaken van een groep hun belastingaanslag kunnen verlichten door te opteren voor het systeem van zogenaamde belastingconsolidatie “op z’n Belgisch” die werd ingevoerd in het kader van de hervorming van de vennootschapsbelasting.

De gevolgen van deze regeling zijn opmerkelijk zoals het volgende cijfervoorbeeld illustreert.

Tijdens het belastbaar tijdperk 2018 realiseerde de moedervennootschap een belastbare winst (1.000.000 euro) en haar dochter (100 %) B leed een verlies (-2.000.000 euro). Tot voor kort moest A in principe de vennootschapsbelasting op haar winst van 1.000.000 euro betalen, terwijl het geconsolideerde resultaat van de groep negatief was (-1.000.000 euro). Dat is de verheerlijking van het principe van de aparte fiscale en juridische rechtspersoonlijkheid van elke onderneming binnen de groep.

Dat gegeven zal veranderen vanaf 1 januari 2019. Zo zal vennootschap A haar in het belastbaar tijdperk 2019 gerealiseerde winst kunnen overdragen aan haar dochter B die een verlies leed in het boekjaar (-2.000.000 euro). A zal het bedrag van die “intragroepsoverdracht” (1.000.000 euro) kunnen aftrekken zodat de belastbare basis nihil zal zijn. Dochter B zal het bedrag van de intragroepsoverdracht moeten opnemen in haar belastbare grondslag, waardoor het fiscaal verlies zal afnemen (ten belope van 1.000.000 euro). Resultaat: de groepsvennootschappen (A en B) zullen dus geen vennootschapsbelasting moeten betalen.

Een intragroepsoverdrachtovereenkomst zal moeten worden gesloten tussen de betrokken vennootschappen. A moet zich ertoe verbinden om B een vergoeding te betalen gelijk aan de gerealiseerde fiscale besparing. In mijn voorbeeld zou de vergoeding oplopen tot 295.800 euro, het tarief in de vennootschapsbelasting van 29,58 % (voor het belastbaar tijdperk 2019) x 1.000.000 euro. Ze is niet aftrekbaar in hoofde van A en vrijgesteld in hoofde van B.

Er bestaat geen twijfel over dat deze nieuwe “consolidatie” op grote schaal zal worden gebruikt binnen groepen. Enkele illustraties:

  •  een exploitatievennootschap (A) zou haar belastbare winst kunnen overdragen aan een patrimoniumvennootschap B (voor 95 % in handen van A) met een verlies omwille van onroerende kosten (afschrijvingen op gebouwen, onderhoudskosten, financieringskosten, onroerende voorheffing …).

Opgelet: vennootschap B kan geen intragroepsoverdrachtovereenkomst sluiten met A als ze een onroerend goed ter beschikking stelt van een of meerdere natuurlijke personen die een mandaat van bedrijfsleider uitoefenen.

  •  Een holdingvennootschap (A) sloot een lening af voor de financiering van de aankoopprijs van 100 % van de aandelen van een dochter (B), dat enorme winsten realiseert. Vennootschap A is deficitair omwille van de aftrek van leninglasten. Vennootschap B zou een (aftrekbare) “intragroepsoverdracht” van haar winst naar moedervennootschap A kunnen doen.

We betreuren alleen de beperkte toepassing van deze regeling. Zo kan er alleen beroep op worden gedaan bij een rechtstreekse participatie van minstens 90 % in het kapitaal (tussen een moedervennootschap en een dochtervennootschap) of wanneer een vennootschap een directe participatie heeft van minstens 90 % in de betrokken vennootschappen (zustervennootschappen). Ter illustratie, de bepaling is niet van toepassing in de volgende gevallen:

  •  A houdt een onrechtstreekse participatie aan van 90 % in B. Bijvoorbeeld A heeft 99 % van C in handen, die op haar beurt 99% van B in handen heeft;
  •  vennootschappen A en B zijn in handen van een en dezelfde aandeelhouder natuurlijke persoon;
  •  vennootschap A heeft slechts 70 % van vennootschap B in handen aangezien de resterende aandelen (30 %) in handen zijn van een andere historische aandeelhouder, vennootschap C.

Ander groot obstakel: de rechtstreekse participatie van 90 % moet gedurende 5 jaar ononderbroken worden behouden. We stellen ons een winstmakende vennootschap (A) voor die een dochtervennootschap (B) oprichtte in 2018 voor de ontplooiing van nieuwe (risicovolle) activiteiten. De consolidatie zal maar mogelijk zijn vanaf belastbaar tijdperk 2022 (aanslagjaar 2023). A zal haar belastbare winst dankzij de verliezen van B niet kunnen neutraliseren voor … 2022, een eeuwigheid dus!

De consolidatie is daarentegen niet voorbehouden aan vennootschappen op Belgisch grondgebied. Zo zullen de “definitieve” verliezen van een buitenlandse vennootschap in mindering kunnen worden gebracht op de winsten van een Belgische vennootschap.

Ondanks haar onvolkomenheden zal de fiscale consolidatie net als de verlaging van het tarief in de vennootschapsbelasting de aantrekkelijkheid van België voor (buitenlandse) investeerders verhogen, wat groei en investeringen zou moeten aanwakkeren.

DenisEmmanuel Philippe