Rode kaarten brengen niet alleen een sportieve sanctie met zich mee. Meestal houdt de uitspraak een paar speeldagen schorsing in, aangevuld met een boete. In 1A gaat het om een bedrag van 1.000 euro boete per effectieve match schorsing, en 500 euro per geschorste match met uitstel. In 1B worden die bedragen gehalveerd. In principe moet die boete betaald worden door de speler in kwestie, maar in veel gevallen steken de clubs zelf een handje toe. En daar wil de fiscus een einde aan maken.
De fiscus moet daarvoor oordelen of de overtreding of het misdrijf al dan niet kadert in de ‘normale uitoefening van het beroep’. Een hulpverlener kan zo bijvoorbeeld een verkeersovertreding begaan als die snel ter plaatse moet zijn bij een ongeval. In dat geval wordt de boete niet gezien als een ‘voordeel van alle aard’ voor de werknemer, en komt dit de werkgever ten laste.
Mij lijkt het duidelijk dat zware overtredingen die tot een rode kaart leiden niet passen in die normale beroepsuitoefenin
Die denkoefening moet dus ook worden gemaakt wat betreft de rode kaarten. Hoort een gevaarlijke tackle, spelbederf of een elleboogstoot bij de ‘normale uitoefening van het beroep’? “Mij lijkt het duidelijk dat zware overtredingen die tot een rode kaart leiden niet passen in die normale beroepsuitoefening”, zegt professor fiscaal recht Michel Maus.
Spelersvakbond United Athletes gaat daarmee niet akkoord, zegt secretaris Sébastien Stassin. “Als iemand een sliding maakt, dan maakt dat toch deel uit van je werk? Iemand die een elleboogstoot of slag uitdeelt, dat is iets anders. Stel: in de 95ste minuut pak je een aanvaller bij het shirt, wat één week schorsing en 1.000 euro boete betekent. Ga je die laten lopen als je daarbij 500 euro kan winnen? Neen toch, het maakt deel uit van je werk. Als je een auto krijgt word je daarop belast, maar je gebruikt die auto. Dat kan je toch niet zeggen van een rode kaart.”
Stassin schetst ook meteen de grijze zones van de problematiek. “Wat doe je met een kind van 16 jaar, die een minimaal profcontract heeft getekend en in zijn eerste speelminuut een rode kaart pakt? Die zit nog in het belastingsysteem van zijn ouders. Ga je die ouders daar dan ook op pakken? Wat doe je met een amateur die in zijn eerste match in tweede klasse rood pakt, terwijl die maar 75 euro per punt verdient? Ga je die ook belasten? Terwijl een amateur in vierde provinciale niets moet betalen. Dat is discriminatie. Waar gaan we naartoe? Als de eerste speler hiermee bij ons komt aankloppen, trekken we meteen naar de rechtbank.”
Ook andere juridische experts binnen het profvoetbal geloven dat de conclusies van de fiscus betwistbaar zijn.
Meer op komst
Maus waarschuwt dan weer dat er nog andere fiscale werkpunten op komst zijn voor het voetbal. Zo werd door de FOD Financiën in september vorig jaar een nieuwe circulaire opgemaakt “over de vergoedingen toegekend aan voetballers en voetbalmakelaars”. Concreet zou dat inhouden dat voetballers ook belast moeten worden op een ‘voordeel van alle aard’ wanneer voetbalclubs tussenkomen in de commissie van spelersmakelaars – wat nog vaak het geval is -, een kost die in principe bij de spelers zelf ligt. Ook wanneer de clubs spelers en hun familie helpen aan vliegtuigtickets of andere bijkomstigheden, zou dit onder dezelfde belastbare noemer gaan vallen.
“Ik kan me inbeelden dat ze binnen het voetbal niet blij zijn met die redeneringen”, zegt Maus, al vindt die het de normaalste zaak van de wereld. “Ze hebben lang in hun eigen biotoop geloofd, maar moeten in de praktijk onderworpen worden aan dezelfde regels als de rest van de maatschappij.”