Traditioneel gaan er bij de start van een nieuw jaar heel wat nieuwe beleidsmaatregelen van kracht. Op fiscaal vlak is dat niet anders. Ook in 2025 kun je dus weer heel wat nieuwe regeltjes verwachten. Op het federaal niveau zijn de fiscale wijzigingen dit jaar relatief beperkt, omdat we op het federale niveau nog steeds geen regering hebben. Op het Vlaamse niveau is komen er wel veel wijzigingen aan en wat de Vlaamse belastingen betreft, gaan er heel wat belangrijke maatregelen in op 1 januari 2025. Met deze vijf moet je volgend jaar zeker rekening houden.

Op het vlak van de personenbelasting schaft de regering de belastingvermindering op dienstencheques af. Bij dienstencheques die je in 2024 kocht, kun je nog profiteren van een belastingvermindering van twintig procent op maximaal 1.790 euro aan dienstencheques. Bij de volgende belastingaangifte — aanslagjaar 2025, inkomsten 2024 — kun je die dus nog inbrengen. De belastingvermindering verdwijnt vanaf 2025 en bovendien verhoogt de prijs van dienstencheques van 9 naar 10 euro.

Nog in de personenbelasting hervormt de regering de ‘investeringsaftrek’ voor zelfstandigen en vrije beroepers. Als je als zelfstandige of vrije beroeper investeert in bijvoorbeeld machines of technologie, mag je een bepaald percentage van de kost van die investering in aftrek brengen van je winst of baten. Vanaf 2025 gelden er nieuwe regels voor die investeringsaftrek. Er komt een basisaftrek (tien procent of twintig procent), een thematische aftrek voor duurzame investeringen (veertig procent) en een technologie-aftrek (13,5 procent of 20,5 procent).

Ook de beroepsmatige aftrek van bedrijfswagens wijzigt in 2025 voor werknemers, zelfstandige en vrije beroepers die hun werkelijke beroepskosten in de personenbelasting bewijzen. Voor bedrijfswagens met een benzine- of dieselmotor die je tussen 1 juli 2023 en 31 december 2025 koopt, is de aftrekbaarheid in 2025 beperkt met vijfentwintig procent. Ook in de daaropvolgende jaren zal de aftrek voor dat soort voertuigen nog verder beperkt zijn en vanaf 2028 is er zelfs helemaal geen aftrek meer.

Op het Vlaams niveau zijn er wijzigingen in aantocht op het vlak van de schenkbelasting, de erfbelasting en het registratierecht bij de aankoop van onroerende goederen. Wat de schenkbelasting betreft, verlengt de regering de ‘verdachte periode’ voor niet-geregistreerde schenkingen. Roerende goederen zoals aandelen, kunstwerken of juwelen kun je belastingvrij schenken via een handgift of een bankgift. Maar als jij als schenker binnen een bepaalde periode overlijdt, moet de ontvanger alsnog erfbelasting betalen op de waarde van de goederen die je schonk. Momenteel bedraagt de ‘verdachte periode’ drie jaar, maar voor schenkingen vanaf 1 januari 2025 bedraagt die vijf jaar.

Als je een eigen woning in het Vlaams Gewest koopt en geen andere woning of bouwgrond bezit, heb je nu recht op een verlaagd tarief in de registratierechten van drie procent. Dat tarief verlaagt verder tot twee procent voor authentieke aankoopakten vanaf 1 januari 2025. Momenteel geldt er ook nog een verlaagd tarief van één procent als je een woning aankoopt onder de verbintenis om die woning grondig energetisch te renoveren en als je een beschermd pand aankoopt. Dat verlaagd tarief wordt dan weer afgeschaft vanaf 1 januari 2025.

Momenteel geniet je als ‘beroepsverkoper’ van een verlaagd tarief in de registratierechten als je een onroerend goed koopt om dat later, al dan niet na bouw of renovatie, weer door te verkopen. Dat verlaagd tarief bedraagt momenteel vier procent, maar vanaf 1 januari 2025 trekt de regering dat tarief op tot zes procent.