2023/10/13: De Tijd: ‘Achterpoortjes kaaimantaks worden gedicht’.

De federale regering sluit op aanbeveling van het Rekenhof meerdere achterpoortjes van de kaaimantaks. Wie een juridische constructie in het buitenland heeft, zal de doorkijkbelasting nog nauwelijks kunnen ontlopen.

De kaaimantaks, die ex-minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) in 2015 in het leven riep, is een doorkijktaks om inkomsten te belasten uit juridische constructies van vermogende Belgen in het buitenland. De voorbije jaren werden de wetteksten al een aantal keren aangepast, maar het Rekenhof oordeelde in april dit jaar dat de kaaimantaks nog te veel achterpoortjes openhield. In de marge van het begrotingsakkoord besliste de regering gevolg te geven aan de aanbevelingen. De aanpassingen moeten vanaf volgend jaar 13 miljoen euro extra opleveren.

Een van de achterpoortjes is dat de kaaimantaks niet van toepassing is als de Belgische oprichter van de juridische constructie België definitief verlaat en dus geen Belgische rijksinwoner meer is. Voortaan zal een exittaks toegepast worden op het moment van verhuizing.

Een andere maatregel heeft betrekking op geïndividualiseerde fondsen (fonds dédiés). Die worden specifiek voor één persoon of familie opgezet. Ze zijn de tegenhangers van de collectieve beleggingsfondsen, die bij banken of brokers door iedereen kunnen worden gekocht. De private fondsen vallen onder de kaaimantaks, al is er een uitzondering. Als een niet-verbonden persoon ook een kleine participatie in dat privaat fonds krijgt, valt het fonds niet langer onder de taks.

‘Maar in de praktijk worden stromannen gezocht om als niet-verbonden persoon te fungeren’, zegt Denis-Emmanuel Philippe, advocaat bij Bloom Law. ‘De wet zal nu een minimumbelang opleggen dat niet-verbonden personen moeten aanhouden in het fonds, zodat het minder makkelijk wordt dergelijke constructies met stromannen op te zetten. Ook komt er in dat geval een omkering van de bewijslast.’

UBO-register

Verder zal het UBO-register prominenter worden gebruikt om te bepalen of een constructie onder de kaaimantaks valt. ‘De fiscaal controleurs ondervinden moeilijkheden om Belgische belastingplichtigen als oprichter van een buitenlandse juridische constructie te kwalificeren. Ze hebben te weinig informatie over dergelijke constructies’, luidde de kritiek van het Rekenhof. Een uitbreiding van de wet zal nu van een weerlegbaar vermoeden van oprichterschap uitgaan wanneer een natuurlijke persoon wordt vermeld in het UBO-register.

Sinds eind 2019 zijn alle bedrijven en vzw’s verplicht in dat register aan te geven wie de uiteindelijke begunstigden (UBO’s of Ultimate Beneficial Owners) zijn, de mensen die de uiteindelijke zeggenschap hebben.

Een andere maatregel is dat het moeilijker wordt een gewone vennootschap in een ketenconstructie te plaatsen om de kaaimantaks te vermijden. Ook wordt de vrijstelling van uitkeringen vanuit een juridische constructie in bepaalde gevallen geschrapt. ‘Stel dat iemand aandelen in een vennootschap heeft in Bermuda en dat die vennootschap aandelen verkoopt met een meerwaarde van 1 miljoen euro. Als die meerwaarde wordt uitgekeerd in de vorm van een dividend, kan de aandeelhouder onder sommige voorwaarden een belastingvrijstelling op die uitkering genieten. Dat wordt nu vermeden door die vrijstelling niet meer toe te staan in zulke situaties’, zegt Philippe.

De schrapping van die achterpoortjes in combinatie met een verlenging van de aanslagtermijnen tot tien jaar maken het volgens de advocaat almaar minder aantrekkelijk een juridische constructie in het buitenland op te zetten.

Journalist Peter Van Maldegem

Lees ook mijn artikel 

OP DE HOOGTE BLIJVEN?

Schrijf je in voor de nieuwsbrief en ontvang maandelijks de nieuwste blog-, pers- en media-artikels.



    ]