2021/09/16: Hof van Justitie doet uitspraak over excess profit rulings

Het Europees Hof van Justitie heeft vandaag voor een belangrijke uitspraak gezorgd in het dossier rond de Belgische excess profit rulings, ofwel “overwinst-rulings”. Deze rulings zijn akkoorden die multinationals met de Belgische fiscus konden afsluiten en waarbij werd vastgelegd welk gedeelte van de winst van deze multinationals in België belast kon worden. Dankzij deze rulings moesten multinationals in België enkel belasting betalen op de winst van hun Belgische activiteiten, maar niet op de winst die door toedoen van de buitenlandse activiteiten van de multinational werden behaald, de zogenaamde “overwinst”. Dit systeem werd destijds ingevoerd door de regering Verhofstadt en had tot doel multinationals naar ons land te lokken. De Belgische fiscus sloot  tussen 2005 en 2014 met 55 bedrijven een ruling waarbij hun overwinsten fiscaal werden vrijgesteld.

 

In 2016 stelde de Europese Commissie onder impuls van Europees Commissaris Margarethe Vestager, dat deze rulingpraktijk diende te worden beschouwd als verboden staatssteun en een discriminatie inhield ten overstaan van de Belgische KMO’s die niet van deze belastingvrijstelling konden genieten. De Belgische Staat ging in verzet tegen deze beslissing, maar zij diende ondertussen wel 900 miljoen euro aan onterechte staatssteun terug te vorderen van de betrokken ondernemingen.

Het Europees Gerecht vernietigde echter op 14 februari 2019 de beslissing van de Europese Commissie dat het stelsel van de Belgische overwinst-ruling als onrechtmatige staatssteun beschouwde. Volgens het Europese Gerecht had de Europese Commissie ten onrechte gesteld dat het volledige systeem van de Belgische overwinst-rulings in strijd was met de Europese regelgeving. Volgens het Europees Gerecht had de Europese Commissie elke ruling afzonderlijk moeten bekijken en beoordelen of er al dan niet sprake was van onrechtmatige staatssteun. Tegen deze uitspraak is de Europese Commissie in beroep gegaan bij het Europees Hof van Justitie, en terzelfdertijd heeft de Europese Commissie een individueel onderzoek geopend naar de overwinst-rulings die zijn toegekend aan 39 individuele multinationals. Ter herinnering kan het Europees Hof zich enkel uitspreken over bepaalde rechtsvragen en kan zij een beslissing van het Europees Gerecht vernietigen.

Vandaag heeft het Europees Hof zich dan uitgesproken over het beroep dat door de Europese Commissie werd ingesteld tegen de beslissing van het Europees Gerecht van 2019. Daarin besliste het Hof dat het Europees Gerecht het recht niet op een juiste manier heeft opgevat en heeft het arrest van het Europees Gerecht vernietigd. Het Hof is in haar beslissing van oordeel dat de definitie van het concept “steunregeling” op een foute manier werd geïnterpreteerd door het Gerecht.

Om te kunnen spreken van een steunregeling, dient er aan drie cumulatieve voorwaarden te zijn voldaan. Ten eerste moet er op grond van een regeling individuele steun kunnen worden toegekend aan ondernemingen. Een regeling kan volgens het Hof ook een administratieve praktijk omvatten die een stelselmatige benadering inhoudt. Op dat punt oordeelt het Hof dan ook dat het Gerecht de term ‘regeling’ onjuist heeft toegepast in haar beslissing.

De tweede voorwaarde houdt in dat er geen verdere uitvoeringsmaatregelen mogen nodig zijn om te kunnen spreken van een steunregeling. Ook op dit punt is het Hof van oordeel dat aan de voorwaarde werd voldaan.

Ten derde dienen de begunstigden van de vrijstellingsregeling op algemene en abstracte wijze te zijn omschreven. Volgens het Hof werd ook de interpretatie van dit concept onjuist beoordeeld, gelet op het feit dat de eerste twee voorwaarden reeds onjuist werden ingevuld.

Het Hof vernietigde dan ook het arrest van het Europees Gerecht en verwijst de zaak terug zodat er uitspraak kan worden gedaan over de overige aspecten die nog voorliggen. Het arrest van vandaag is een kleine overwinning voor de Europese Commissie, maar het laatste woord is hierover nog niet gezegd.