2020/04/30: De Tijd: Over belastingparadijzen, echte fiscale zondaars en coronasteun

Of men bedrijven die gelinkt zijn aan belastingparadijzen nu al dan niet coronasteun moet ontzeggen is een politiek symbooldossier. Steun koppelen aan de voorwaarde dat de belastingplichtige zich meerdere jaren niet bezondigt aan vastgestelde fiscale fraude of agressieve fiscale planning zou alvast veel logischer zijn.

De coronasteunmaatregelen krijgen vorm. Meer en meer stemmen gaan op om naar Deens model de toekenning van steun te koppelen aan de voorwaarde dat er geen link met belastingparadijzen mag zijn. Meerdere Europese landen buigen zich over het vraagstuk. Ook België danst mee.

Hoe dat dan concreet ingevuld moet worden, is alvast niet duidelijk. Het concept ‘belastingparadijzen’ is geen uniform begrip. Naargelang het regelgevend kader (en zelfs binnen een en dezelfde wetgeving) wordt het anders ingevuld. Sommigen pleiten er zelfs voor om bepaalde Europese landen in het lijstje op te nemen.

Voorts is het ook maar de vraag hoe de link met dat (eng of ruim gedefinieerde) belastingparadijs dan concreet moet worden ingevuld. Sommige commentatoren pleiten voor de vereiste van een vestiging in een belastingparadijs, anderen hebben het dan weer over ‘verrichtingen met’ belastingparadijzen.

Dat is heel veel stof tot nadenken, doorspekt met – hoe kan het anders – politieke agenda’s van lobbygroepen.

Maak het behoud van allerhande steunmaatregelen afhankelijk van een bewijs van ‘fiscaal goed gedrag en zeden’.

Zoals het er nu naar uitziet, en alle publieke verontwaardiging ten spijt, blijkt het alvast geen sinecure om zulke intentieverklaringen wettelijk en daadkrachtig te implementeren. De huidige politieke neerslag ervan is al bij al beperkt. Uitsluitend de steun, die bestaat uit het uitstel van voorafbetalingen, wordt momenteel geviseerd.

Concreet zou die steun niet toegekend worden aan vennootschappen die sinds het uitbreken van de coronacrisis belangrijke deelnemingen hadden of omvangrijke betalingen deden (minstens 100.000 euro) aan vennootschappen gevestigd in belastingparadijzen (zoals gedefinieerd in het kader van de aangifteplicht in de vennootschapsbelasting). Voor zover sprake is van aantoonbare rechtmatige financiële of economische behoeften zou de sanctie vervallen.

Sussen

En dan rijst uiteraard, zoals zo vaak in de politiek, de vraag of dit alles niet slechts een symbooldossier is waaraan enig gevolg moet worden gegeven, met als voornaamste doel de maatschappelijke gemoederen wat te sussen.

Hoort u mij pleiten om dan maar niets te doen, en het hele proces naar de prullenmand te verwijzen? Absoluut niet. Integendeel. In de kiem is de idee van een koppeling tussen steun en fiscaal correct handelen een goede zaak. Maar dat idee moet consequent en doordacht worden doorgetrokken.

Eerder dan telkens (en vaak zeer ongenuanceerd) te gaan focussen op die vermaledijde belastingparadijzen, dient vooral het kerndebat te worden gevoerd. Dat zou beperkt moeten zijn tot de vraag of, en zo ja, hoe vermeden kan worden dat steun wordt gegeven aan wie de publieke middelen op een effectief oneerlijke of kunstmatige wijze aan de schatkist heeft geprobeerd te onttrekken.

Fiscaal goed gedrag en zeden

Vanuit die invalshoek kan dan ook gepleit worden om het behoud van allerhande steunmaatregelen afhankelijk te maken van een bewijs van ‘fiscaal goed gedrag en zeden’. Dit zou dan kunnen betekenen dat elke steunmaatregel die een onderneming of burger zou hebben genoten van overheidswege en gedurende een voldoende lange termijn kan worden teruggevorderd, voor zover en in de mate uiteraard dat de betrokkene zich (nadat de steun werd toegekend) schuldig heeft gemaakt aan enig handelen dat maatschappelijk wordt veroordeeld en dat in de opzet ervan tot doel had de belangen van de schatkist te schaden.

Inciviek fiscaal handelen is ruimer dan betalingen aan belastingparadijzen die in strijd met de fiscale wetgeving in aftrek zouden zijn gebracht.

Hieronder vallen dan in ieder geval de betalingen aan belastingparadijzen die in strijd met de fiscale wetgeving in aftrek zouden zijn gebracht. Maar inciviek fiscaal handelen is uiteraard ruimer dan dat. Denk maar aan allerhande vormen van fiscaal misbruik, zoals de agressieve fiscale constructies, of sterker nog, de platte fiscale fraude. Op die manier zal men heel wat burgers en ondernemers (die steun zouden hebben genoten) ertoe aanzetten om twee keer na te denken vooraleer opnieuw de fiscale kantjes eraf te lopen. Naast de fiscale rechtzettingen en eventuele bijbehorende sancties dreigt dan ook de terugvordering van genoten steun.

Ook de regionale en lokale overheden kunnen dit principe overnemen. En wat geldt voor de fiscaliteit geldt uiteraard ook voor de andere heffingen, niet het minst de parafiscaliteit. Want waarom zou een burger of een onderneming die de sociale wetgeving misbruikt een beter statuut krijgen dan de fiscale zondaar?

TO STAY INFORMED?

Subscribe to the newsletter and receive the latest blog and media articles every month.



    ]