2020/04/24: De Tijd: Boemerangfiscaliteit, oorlogsbelasting en coronataksen

Belastingen zijn nog nooit zo leuk geweest. Ofwel dalen ze, ofwel moet u ze even niet betalen. Maar vroeg of laat verandert dat.

Crisissen zijn rare momenten. Soms versnellen ze de geschiedenis, waarbij het ene hoofdstuk vervroegd wordt afgesloten en het andere versneld wordt aangevat. En soms dwingen ze, na enige trial-and-error, iedereen hetzelfde te doen. Neem de financiële crisis: of de regering nu rechts of links was, overal ter wereld nationaliseerde ze de banken. Wie kijkt hoe de coronastorm door de fiscale wereld raast, ziet hetzelfde. 

Overal gebeuren qua belastingen nu twee dingen: de importheffingen op medisch materiaal verdwijnen, van de Europese Unie tot het Verenigd Koninkrijk, Oekraïne en Rusland. En overal krijgen bedrijven uitstel om hun belastingen te betalen, zodat ze cash overhouden om de maanden met een omzetbreuk te overleven. Dat is niet alleen het geval in ons land, Zweden en Zwitserland, leert een overzicht van de Amerikaanse denktank Tax Foundation, maar evengoed in Algerije, Oeganda, India en Iran.

Het valt ook op dat weinig landen de belastingen verlaagden, al gebeurde het in Noorwegen, Indonesië en China. Zoiets werkt niet echt, zeggen OESO-experts die daar deze week een rapport over publiceerden, omdat bedrijven door de coronaschok met een urgent cashprobleem worstelen. Het moet dus snel gaan. Ze zijn weinig met een gunstiger fiscale afrekening die pas ergens in 2021 in de bus valt.

Boemerangfiscaliteit

Ik zie veel solidariteit. Maar ik ben er niet zo zeker van dat die even groot blijft als de fiscus ze van iedereen vraagt.

Een groot deel van die maatregelen zijn ‘boemerangfiscaliteit’, zegt professor belastingrecht Michel Maus (VUB). Zeker het uitstel van betaling is exact dat: uitstel. Het verandert niets aan de uiteindelijke belasting. Ook op de inkomsten uit tijdelijke werkloosheid moeten bovendien belastingen worden betaald. Iedereen weet wat met een boemerang kan gebeuren: je krijgt hem terug in je gezicht.

Hoe sterk staan de Belgische bedrijven nog op hun benen als deze eerste schok voorbij is? Pierre Wunsch, de gouverneur van de Nationale Bank, wilde deze week in het parlement nog niet ingaan op de vraag. Het is nog veel te vroeg, stelde hij.

Maar ooit komt die vraag aan de orde, gaf hij toe. Dan begint een tweede fiscale discussie. Hoe houden we de bedrijven overeind die te weinig buffers hebben om de klap van twee maanden omzetbreuk te overleven? Geld lenen is het eerste deel van het antwoord. De regering zette al een garantiefonds van 50 miljard in de steigers dat regelt dat bedrijven bij de bank kunnen blijven lenen. Ook dat gebeurt elders: van Duitsland tot Frankrijk, van Israël tot Spanje.

Investeringen

Maar wat als dat niet voldoende is? Uit de analyses die de bedrijfsdata-expert Graydon al maakte, blijkt dat dat wel eens zou kunnen. De makkelijkste manier om dat aan te pakken, zei Wunsch deze week in de Kamer, is via privékapitaal. Als aandeelhouders het kapitaal van hun bedrijf verhogen, kunnen ze de buffer creëren die nu vaak ontbreekt. De overheid kan zoiets fiscaal stimuleren, wat zou kunnen neerkomen op een heruitgave van de beruchte wet-Cooreman-Declercq. Volgens Wunsch is over zo’n stimulus op dit moment echter geen enkele consensus.

Het overzicht van Taxfoundation leert dat geen enkel land ter wereld daarmee bezig is, al is de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) het denkwerk gestart. Om de economie te herstarten, luidt de analyse, zijn nieuwe investeringen nodig. Daarom zou het geen slecht idee zijn dat bedrijven investeringen versneld mogen afschrijven. Dat is voor hen voordelig, omdat dan hun belastbare winst daalt. En de overheid is zeker dat de fiscale gunst effectief tot investeringen leidt. Het is een beter idee, zegt de OESO, dan pakweg lagere dividendbelastingen.

Zo’n steun houdt ook gevaren in. De overheid dreigt, in combinatie met het gratisgeldbeleid van de Europese Centrale Bank (ECB), virtueel failliete bedrijven kunstmatig in leven te houden. Maus merkt echter op dat de fiscus op dit moment geen coronabetalingsuitstel verleent aan bedrijven die voordien al betalingsproblemen hadden. ‘Je zou die lijn kunnen doortrekken als er steun komt om de economie te herstarten.’

Terra incognita

Hoe breder je belastingen kan uitrollen, hoe kleiner je de tariefschok kan maken.

Als het lukt de economie weer op dreef te krijgen, zijn we er nog niet. Dan breekt de laatste en lastigste fase aan: de factuur voor de overheid betalen. Sommige macro-economen denken dat de grote brok van de miljardenuitgaven van vandaag zal verdampen in het gratisgeldbeleid van de ECB. Sommigen denken dat toch extra belastingen nodig zijn. De linkse partijen PVDA, Groen en de sp.a verdedigen nu al coronataksen op grote vermogens.

Hier komen we op terra incognita, al zijn er enkele precedenten. Maus heeft in de Belgische geschiedenis drie voorbeelden gevonden. Twee daarvan waren letterlijk oorlogsbelastingen. De derde kwam uit de koker van de christen-democraat Jean-Luc Dehaene.
‘Na de Tweede Wereldoorlog kwam er een belasting op uitzonderlijk grote winsten’, legt Maus uit. ‘De fiscus keek toen hoe hoog de inkomsten van een bedrijf voor de oorlog waren en hoe hoog ze gemiddeld tijdens de oorlog waren. Alles wat boven het gemiddelde zat, werd belast in schijven van 70 tot 90 procent. Het was een bijna-confiscatie.’

Vermogenstaks

Zoiets herhalen ligt moeilijk, schat hij, al is er een variatie die wél op de Europese agenda staat: de winsten belasten die digitale bedrijven maken als Amazon, Netflix en het videoconferencebedrijf Zoom. Voor deze crisis losbarstte, was de EU op initiatief van Frankrijk al aan het nadenken over een digitale taks. Dat Amazon goede zaken blijft doen in coronatijden voedt dat idee, dat verdedigd wordt door de Franse ongelijkheidseconoom Thomas Piketty. De Franse senaat debatteerde er deze week nog over.

Het tweede historische voorbeeld zijn twee wetten uit oktober 1945. Ze voerden een eenmalige vermogenstaks in. ‘Belgen moesten toen 5 procent van hun vermogen aan de fiscus afstaan’, zegt Maus. Hoeveel vermogen na vijf jaar oorlogsverwoesting overbleef en hoe exact de fiscus dat kon meten, is niet duidelijk. ‘En het lijkt me ondenkbaar dat je nu zoiets met dergelijke tarieven kan invoeren. Het kot zou in brand staan.’ Een bijkomende moeilijkheid is dat het geen steek houdt investeringen aan te moedigen voor de herstart van de economie, terwijl je ze meteen daarna weer harder belast.

Een derde historisch voorbeeld is de crisisbelasting die Dehaene begin jaren negentig invoerde om uit de put van de jaren tachtig te klimmen en België klaar te stomen voor de euro. De tarieven op álle inkomstenbelastingen – van gezinnen, bedrijven en vzw’s – gingen toen met 3 procentpunten omhoog.

Solidariteit

De jaren nadien werden die tarieven afgebouwd, al is de les dat wat de Wetstraat als tijdelijk aankondigt in de portemonnee best wel even kan duren. De door Dehaene ingevoerde crisisbelasting in de vennootschapsbelasting verdween pas vorig jaar. En de solidariteitsbijdrage op de hogere pensioenen bestaat nog altijd.

Maus vindt dat evenwel de elegantste piste. ‘Hoe breder je belastingen kan uitrollen, hoe kleiner je de tariefschok kan maken. Stel dat je álle belastingen – van btw en erfenisrechten tot vennootschaps- en personenbelasting – twee jaar lang optrekt, dan kan je met 1 procentpunt erbij al tot stevige inkomsten komen. Als je dat tijdelijk doet en goed communiceert, lijkt het me de simpelste oplossing.’

Al beseft hij dat het nu ook weer niet zo simpel wordt. ‘Ik zie heel veel solidariteit vandaag. We applaudisseren iedere dag om acht uur voor de zorgverleners. Maar ik ben er niet zo zeker van dat die solidariteit even groot blijft als de fiscus ze van iedereen vraagt.’

TO STAY INFORMED?

Subscribe to the newsletter and receive the latest blog and media articles every month.



    ]