2021/01/20: De Tijd: ‘Wat met uw fonds en de effectentaks?’

Sinds 1 januari is een effectentaks van toepassing voor de vermogende belegger, maar vergis u niet: ook kleinere fondsenbeleggers kunnen indirect getroffen worden door de nieuwe taks.

Na de afgeschafte rijkentaks van de regering-Di Rupo, de afgeschafte speculatietaks en de vernietigde taks op effectenrekeningen van de regering-Michel is sinds begin dit jaar een nieuwe effectentaks van kracht. Ze viseert effectenrekeningen met een waarde van meer dan 1 miljoen euro.

De nieuwe belasting is van toepassing op Belgen die effectenrekeningen hebben in België of in het buitenland en op effectenrekeningen die buitenlanders aanhouden in België. Niet alleen rekeningen van natuurlijke personen worden belast, ook rekeningen van rechtspersonen en oprichters van juridische constructies, zoals stichtingen en fonds dédiés (gepersonaliseerd tak23-product).

De taks bedraagt 0,15 procent op effectenrekeningen van meer dan 1 miljoen euro. Of een rekening één, vijf of tien titularissen heeft, speelt geen rol. Of de titularissen volle eigenaar, naakte eigenaar of vruchtgebruiker zijn, is evenmin relevant. Het enige wat telt, is de waarde van de rekening.

Als de waarde hoger is dan 1 miljoen euro, dan wordt de belasting geheven op het volledige bedrag, dus niet alleen op de schijf boven 1 miljoen. De belastbare waarde is de gemiddelde waarde van de rekening op 31 december, 31 maart, 30 juni en 30 september.

Wie voor 30 oktober 2020 meerdere effectenrekeningen had en zo gezamenlijk boven de drempel van 1 miljoen euro uitkomt, ontsnapt aan de effectentaks. Wie na 30 oktober – de dag van de bekendmaking van de modaliteiten – zijn effectenrekeningen splitste, moet een goede argumentatie hebben voor de splitsing om te ontkomen aan de effectentaks.

Goede redenen kunnen zijn: risicospreiding over meerdere banken of beleggen in nicheproducten die alleen bij een andere bank beschikbaar zijn. Wie voor een splitsing na 30 oktober 2020 geen onderbouwde motivatie kan geven, moet de effectentaks toch betalen, ook al haalt geen enkele afzonderlijke effectenrekening na de splitsing de drempel van 1 miljoen euro.

Wie kiest voor een opsplitsing bij dezelfde bank kan doorgaans geen goede argumentatie aanhalen, en dat zal dus als misbruik bestempeld worden. Daardoor zal de taks verschuldigd zijn. Al zijn ook daar uitzonderingen mogelijk, zoals een echtscheiding of een overlijden.

Alle financiële instrumenten op de effectenrekening zijn belastbaar. Het gaat dus zowel om aandelen en obligaties als om afgeleide producten zoals turbo’s, speeders en trackers. Aandelen op naam, waaronder ook aandelen van coöperatieve vennootschappen, zijn vrijgesteld. Fondsen vallen ook onder de taks, al zijn er belangrijke verschillen.

1. Tak23-fondsen

Voor tak23-fondsen, beleggingsfondsen gekoppeld aan een verzekeringscontract, is de zaak complex. Doorgaans staan die bij de belegger niet op een effectenrekening en dus worden ze op het niveau van de belegger niet onderworpen aan de effectentaks. Maar de verzekeraar parkeert het tak23-fonds meestal wel op een effectenrekening.

Omdat niet alleen natuurlijke, maar ook rechtspersonen onderworpen worden aan de effectentaks, moeten verzekeraars de effectentaks op het tak23-fonds betalen. In de praktijk betekent dat dat alle particuliere beleggers die in het tak23-fonds beleggen indirect de effectentaks betalen, ook de kleinere belegger die maar 2.000 euro in een tak23-fonds heeft gestopt.

Velen vrezen dat verzekeraars de taks zullen doorrekenen aan de klanten. ‘Deze taks is ongehoord’, zegt Hein Lannoy, afgevaardigd bestuurder van de verzekeringsfederatie Assuralia. ‘Wij zijn voor een gelijk speelveld tussen de verschillende producten, maar op die manier worden verzekeringsproducten wel heel stiefmoederlijk behandeld. We vragen aan de regering dat punt te herzien.’

Minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) liet echter weten dat verzekeraars vrij zijn te bepalen of ze kosten verbonden aan een effectenrekening doorrekenen. En dus lijkt een bijsturing weinig waarschijnlijk.

De verbolgenheid van Assuralia is des te groter omdat Luxemburgse tak23-fondsen ontsnappen aan de effectentaks. ‘Luxemburgse verzekeringsmaatschappijen worden niet geviseerd als ze geen Belgische effectenrekening hebben. Belgische beleggers kunnen ook niet worden belast op Luxemburgse tak23-fondsen’, zegt Denis-Emmanuel Philippe, advocaat bij Bloom.

2. Bancaire fondsen

Een fonds dat u bij de bank koopt, komt wel op uw effectenrekening terecht. Daardoor wordt het fonds onderworpen aan de effectentaks als u meer dan 1 miljoen euro op uw effectenrekening hebt. Hebt u dat niet, dan wordt u niet getroffen, ook niet indirect.

Om te vermijden dat sprake is van een dubbele belasting – een heffing bij de belegger én een heffing bij het fonds – werden cascadeheffingen uitgesloten. Hetzelfde geldt voor depothoudende banken die de effecten voor fondsen bijhouden. Ook zij worden niet onderworpen aan de effectentaks.

3. Pensioenspaarfonds

Om te vermijden dat mensen die sparen voor hun pensioen worden afgestraft, zijn alle pensioenspaarproducten uitgesloten van de effectentaks. Het gaat zowel over het pensioen dat u opbouwt bij de werkgever (tweede pijler) als het individueel pensioensparen (derde pijler).

Journalist Peter Van Maldegem

Lees ook artikel 

OP DE HOOGTE BLIJVEN?

Schrijf je in voor de nieuwsbrief en ontvang maandelijks de nieuwste blog-, pers- en media-artikels.



    ]