2020/12/24: De Tijd: ‘Effectentaks treft ook kleine belegger in verzekeringsfondsen’.

Wie in tak23-fondsen belegt, dreigt indirect 0,15 procent taks te betalen.

Kleine beleggers die beperkte bedragen hebben ondergebracht in een tak23-fonds dreigen indirect toch de nieuwe effectentaks te moeten betalen. De taks van 0,15 procent wordt aangerekend op effectenrekeningen waarop meer dan 1 miljoen euro staan.

Tak23-fondsen, verzekeringscontracten gekoppeld aan een beleggingsfonds, komen doorgaans niet op de effectenrekening van de belegger terecht. Maar de verzekeraar die het fonds beheert, brengt de beleggingen van dat fonds wel onder op een effectenrekening. Omdat zowel particuliere als rechtspersonen de effectentaks moeten betalen, wordt de verzekeraar belast op het volledige belegd vermogen in het tak23-fonds, ook al is dat in werkelijkheid verdeeld over meerdere kleine beleggers.

Neveneffect

Volgens de verzekeringssector is dat neveneffect ongehoord. ‘We zijn zeker voorstander van een gelijk speelveld, waarbij grotere beleggers in tak23-fondsen ook bijdragen, maar op die manier gaat het om een volledige scheeftrekking’, zegt Hein Lannoy, de afgevaardigd bestuurder van de verzekeringsfederatie Assuralia. ‘We dringen er bij de overheid op aan dat te herzien.’

Ook fiscaal advocaten waarschuwen voor de scheeftrekking. ‘De verzekeraar zal de taks wellicht doorrekenen aan de klanten. Zo riskeren ‘kleinere spaarders’ indirect onderworpen te worden’, zegt Denis-Emmanuel Philippe, advocaat bij Bloom.

Volgens minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) hangt alles af van hoe de verzekeraars zich intern organiseren. ‘Bij de uitwerking van de effectentaks was het cruciaal dat die juridisch standhoudt, vandaar dat we de taks toepassen op het niveau van de effectenrekening. We belasten hier geen individuele tak23-beleggers, we belasten op het niveau van de effectenrekening. Het is aan de verzekeraars om te bepalen hoe ze de kosten daaraan verbonden al dan niet doorrekenen aan de klant’, zegt hij.

Volgens Philippe kan de nieuwe wettekst ook gevolgen hebben voor tak21-verzekeringen, de beleggingsproducten met gegarandeerde rente. In regeringskringen valt te horen dat die producten, net als termijnrekeningen niet geviseerd worden, maar Philippe waarschuwt dat de wetteksten daarover onvoldoende duidelijk zijn. ‘Ik zie niet in waarom de redenering van de memorie van toelichting over tak 23-verzekeringsproducten niet doorgetrokken kan worden naar tak21-producten. Zo kunnen effectenportefeuilles die verzekeringsinstellingen in het kader van tak21-producten aanhouden toch onder de toepassing van de taks vallen. Ik hoop dat de fiscale administratie dat punt zal verduidelijken’, zegt hij.

Axel Haelterman, professor fiscaal recht (KU Leuven), meent dat een verduidelijking niet nodig is. ‘Indien een verzekeraar gelden gekregen als tak21-premie (gedeeltelijk) via een effectenrekening belegt, dan is dat een eigen beslissing en dat wordt gezien als een belegging voor eigen rekening. Beleggingen voor eigen rekening zijn in de wet duidelijk vrijgesteld van effectentaks’, zegt hij.

Dubbele belasting

Voor de inning van de effectentaks bij klassieke beleggingsfondsen, die bij de bank worden gekocht, geldt een ander principe dan voor de verzekeringen. De bancaire fondsen komen wel op de effectenrekening van de belegger terecht. Als die rekening groter is dan 1 miljoen euro, dan worden de fondsen daar belast. Om een dubbele belasting te vermijden wordt de bevek zelf in hoofde van de financiële instelling niet onderworpen aan de effectentaks.

Pensioenspaarproducten worden volledig uitgesloten. ‘Zowel het pensioen dat opgebouwd wordt via de werkgever (tweede pijler) als het individueel pensioensparen (derde pijler) valt niet onder de effectentaks’, luidt het.

Journalist Peter Van Maldegem

Lees ook artikel 

 

OP DE HOOGTE BLIJVEN?

Schrijf je in voor de nieuwsbrief en ontvang maandelijks de nieuwste blog-, pers- en media-artikels.



    ]