2018/09/25: De onverwachte gevolgen van de uitbreiding van de Kaaimantaks

Op 8 juni jongstleden keurde de Ministerraad twee ontwerpen van koninklijke besluiten goed die het toepassingsgebied van de Kaaimantaks aanzienlijk verruimen. Ze werden voor advies voorgelegd aan de Raad van State.

Ter herinnering, de Kaaimantaks belast de inkomsten ontvangen door “juridische constructies” (trusts, laag belaste vennootschappen, bepaalde verzekeringscontracten) in hoofde van Belgische natuurlijke personen die de hoedanigheid hebben van “oprichters”. Het is al de vierde keer sinds zijn invoering in 2015 dat de Kaaimantaks wijzigingen ondergaat. De opeenstapeling en enorme complexiteit van die amendementen dragen bij tot de quasi onleesbaarheid van de Kaaimantaks.

De ontwerpen van KB’s willen vooral bepaalde leemtes wegwerken.

De geïndividualiseerde private beleggingsfondsen (“SICAV dédiées”), die tot dusver niet duidelijk werden geviseerd, worden uitdrukkelijk opgenomen in het toepassingsgebied van de Kaaimantaks. Bij wijze van voorbeeld nemen we een Belgische familie met een vermogen van enkele miljoenen euro’s, dat wordt belegd bij een Luxemburgse private bank. De vader, meneer Peeters, zijn vrouw en hun kinderen investeren hun vermogen in een nieuw geïndividualiseerd compartiment van een SICAV dat wordt beheerd door de bank: een gespecialiseerd investeringsfonds (SICAV-SIF). De SICAV-SIF is een specifiek type van een alternatieve instelling voor collectieve belegging (AICB). Stel dat het compartiment van de familie Peeters bestaat uit aandelen en obligaties ter waarde van 20 miljoen euro. Het rendement bedraagt in 2018 5 procent, dus 1 miljoen euro, bestaande uit 500.000 euro meerwaarden op aandelen en 500.000 euro dividenden en intresten. De SICAV-SIF ontsnapt in Luxemburg in principe aan belastingen op haar inkomsten (dividenden, intresten, meerwaarden…). De familie Peeters zal daarentegen in België fiscaal transparant worden belast in de personenbelasting op de dividenden en de intresten die werden verkregen door de SICAV-SIF (in dit voorbeeld tegen een tarief van 30%). Zij zullen dus 150.000 euro belasting betalen aan de Belgische fiscus (30% × 500.000 euro). De meerwaarden op aandelen zijn in principe vrijgesteld als het gaat om normaal beheer van privévermogen (art. 90 9° WIB 92). De aankondiging van deze verruiming van de Kaaimantaks heeft enkele onmiddellijke gevolgen. Zo beslisten heel wat Belgen om geïndividualiseerde private beleggingsfondsen te vereffenen.

De Kaaimantaks zal daarbovenop gelden voor Belgische houders van “hybride entiteiten”, ongeacht of die Belgische of buitenlandse inkomsten ontvangen. Het gaat in het bijzonder om vennootschappen die naar Belgisch fiscaal recht beschouwd worden als “ondoorzichtig” (niet transparant) en als transparant volgens het fiscaal recht van de staat waarin ze zijn gevestigd. Enkele illustraties:

  • een Belgische natuurlijke persoon aandeelhouder van een Luxemburgse gewone commanditaire vennootschap (beschouwd als ondoorzichtig in België en transparant in Luxemburg) zal transparant belast worden in de personenbelasting op inkomsten die de gewone commanditaire vennootschap ontvangt.
  • Hetzelfde gebeurt voor Belgische natuurlijke personen met een aandelenportefeuille aangehouden via een Luxemburgse burgerlijke vennootschap (société civile) (ondoorzichtig in België en transparant in Luxemburg).
  • Een analoge conclusie dringt zich op voor Belgische inwoners die aandeelhouder zijn van een Limited Liability Company (LLC) naar Amerikaans recht (ondoorzichtig in België en transparant naar het Amerikaans fiscaal recht) die bijvoorbeeld gebouwen in de VS bezit.

De in de Europese Economische Ruimte (EER) gevestigde vennootschappen zullen eveneens worden geviseerd indien, krachtens de bepalingen van de wetgeving van de Staat of het rechtsgebied waar ze gevestigd zijn, aldaar ofwel niet aan een inkomstenbelasting zijn onderworpen ofwel onderworpen zijn aan een inkomstenbelasting die minder dan 1 pct. bedraagt van het belastbaar inkomen van deze juridische constructie dat wordt vastgesteld overeenkomstig de regels die van toepassing zijn voor het vestigen van de Belgische belasting op daarmee overeenstemmende inkomsten. Men moet dus nagaan of ze in hun land van herkomst al dan niet worden onderworpen aan een aanslag van minder dan 1 % van het belastbaar inkomen zoals bepaald overeenkomstig de Belgische regels. De Kaaimantaks zou dus bv. van toepassing kunnen zijn op bepaalde vennootschappen binnen de Europese Economische Ruimte (EER) die genieten van een veel soepelere deelnemingsvrijstelling dan het Belgische stelsel van de definitief belaste inkomsten (DBI-aftrek). Voorbeeld: een Luxemburgse SOPARFI (“Sociétés de Participations Financières”) die dividenden van een Belgische BEVEK ontvangt. Deze dividenden zijn in Luxemburg vrijgesteld, terwijl deze in principe volledig zouden belast zijn volgens de Belgische fiscale regels (omwille van de niet-eerbiediging van de ”taxatievereiste” van de DBI-aftrek). De SOPARFI zou in deze constellatie voortaan geviseerd kunnen worden door de Kaaimantaks.

Een vraag blijft evenwel onbeantwoord: valt de Franse société civile immobilière (SCI) onder de Kaaimantaks? Ze lijkt onder de categorie van de hybride entiteiten te vallen. Ze wordt immers beschouwd als “ondoorzichtig” in het Belgisch fiscaal recht (volgens twee arresten van het Hof van Cassatie van 2016 en 2017), terwijl de winsten (huurinkomsten) in Frankrijk worden belast in naam van de Belgische vennoten. Twijfel is hier echter op zijn plaats. De SCI is niet strikt genomen “transparant” in het Frans fiscaal recht, maar “translucide”. De SCI blijft immers theoretisch aan belastingen onderworpen (de SCI is een “sujet fiscal”), hoewel de belasting door de vennoten wordt betaald. Als men oordeelt dat ze niet kan worden gekwalificeerd als hybride entiteit, moet de SCI volgens mij gerangschikt worden onder de vennootschappen die zijn onderworpen aan een effectieve aanslagvoet van minder dan 1 % (de SCI voldoet in principe ook niet aan de taxatievereiste van de DBI aftrek).

De toepassing van de Kaaimantaks zou een goede zaak zijn voor duizenden Belgische vennoten van Franse SCI. We doen een poging om dit te verklaren.

Vandaag zijn de Belgische vennoten onderworpen aan een echte fiscale aderlating. De huurinkomsten die de SCI ontvangt, zijn een eerste keer belastbaar in Frankrijk in hun naam volgens het stelsel van de inkomsten uit onroerende goederen (tegen tarieven die kunnen oplopen tot 45 %). Ze worden een tweede keer belast in België wanneer ze worden uitgekeerd door de SCI (tegen 30 %). In toepassing van de Kaaimantaks zijn de Belgische vennoten verplicht om hun onroerende inkomsten van de SCI aan te geven in hun aangifte in de personenbelasting. Die onroerende inkomsten zullen echter vrijgesteld worden (onder progressievoorbehoud) krachtens het dubbelbelastingverdrag. Vandaar deze truc: de dividenden die worden uitgekeerd door de SCI aan de Belgische vennoten zullen in België worden vrijgesteld voor zover ze hun belastingregime hebben ondergaan. De Kaaimantaks zou zo een oplossing bieden voor de dubbele belasting.

OP DE HOOGTE BLIJVEN?

Schrijf je in voor de nieuwsbrief en ontvang maandelijks de nieuwste blog-, pers- en media-artikels.



    ]