2021/05/18: Hervorming van de woonfiscaliteit – 1 jaar na de schrapping van de Vlaamse woonbonus.

Sinds 1 januari 2020 maakte de Vlaamse regering komaf met de woonbonus. Ter compensatie werd het tarief van de registratierechten verlaagd van 7 naar 6 procent. We blikken terug op wat er werd beoogd en welke effecten er zijn ontstaan.

De woonbonus betekent dat er een belastingvermindering wordt toegekend op hypothecaire leningen verstrekt om de enige en eigen woning te verwerven. Als een koppel de woning samen verwerft, dan kunnen beide partners genieten van een voordeel.

Een sturend initiatief of een platte besparingsmaatregel?

Een van de voornaamste redenen van de afschaffing van de woonbonus was het doen dalen van de woningprijzen in Vlaanderen. De regering was van mening dat dit een van de elementen was die leidde tot een duurdere woningmarkt.

Toch merken we tot op vandaag nog geen prijsdaling van de huizenprijzen op de Belgische markt, integendeel. Woningen werden in 2020 maar liefst 5,7 procent duurder. Daarmee zitten we op de grootste stijging van de prijzen sinds 2006. In het eerste kwartaal van 2021 daalde de prijsstijging tot een gemiddelde van 2,5 procent, hetgeen nog steeds niet binnen het verwachte resultaat ligt.

Dat de afschaffing geen onmiddellijke gevolgen kan teweegbrengen, is verstaanbaar.  Toch mag het niet vergeten worden dat deze hervorming een enorm financieel nadeel met zich meebrengt voor de koper van een modale woning. Een daling van één procent van de registratierechten kan immers niet opwegen tegen de voordelen die de woonbonus met zich meebracht en die tot 30.000 EUR voordeel konden opleveren. Men kan zich dan de vraag stellen of de potentiële stagnatie, of in het beste geval de prijsdaling van woningen, dit voordeel ooit kan uitbalanceren.

Recent heeft de minister nog bevestigd dat door de afschaffing van de woonbonus op lange termijn een besparing van maar liefst 1,5 miljard inhoudt. In de huidige legislatuur telt ze al voor 360 miljoen euro, weliswaar zonder de verlaging van de registratierechten mee te rekenen. Minister Diependaele benadrukt daarbij dat “dankzij” deze maatregel, jonge gezinnen op termijn meer kansen zullen hebben een woning aan te kopen.

Opnieuw Jan Modaal die het onderspit delft

Die uitspraak doet op zijn minst wenkbrauwen fronsen aangezien de gevolgen van de maatregel nog niet te meten zijn in de praktijk en tot op heden enkel negatief zijn uitgedraaid. Door de afschaffing werd er een enorm voordeel ontnomen aan jonge gezinnen, zonder dat daar een noemenswaardige tegenprestatie tegenover staat. Als men gaat kijken naar de Brusselse woonfiscaliteit, werd daar ook de woonbonus afgeschaft en werd de eerste schijf van 175.000 EUR vrijgesteld van registratierechten. Uit dergelijke maatregel zou de Vlaamse regering mogelijks inspiratie kunnen putten om effectief daad bij woord te voegen en ervoor te zorgen dat het verwerven van een woning geen exclusief karakter krijgt dat enkel mogelijk is voor the lucky few.

Diegenen die reeds een woning hebben verworven en hun oog hebben laten vallen op een tweede stek, blijven de winnaars in het hele verhaal. Aangezien de afschaffing louter op regionaal vlak werd doorgevoerd, kan men nog genieten van de federale woonbonus, of meer bepaald het systeem van langetermijnsparen, waar er jaarlijks een belastingvoordeel van 717 euro kan worden gerecupereerd.

De toekomst zal uitwijzen in welke mate deze beslissing een sturend initiatief of een platte besparingsmaatregel was.