2020/08/05: Ondanks de crisis zet de fiscus zijn kruistocht verder tegen de titularissen van niet aangegeven rekeningen in het buitenland….

Omwille van de uitzonderlijke omstandigheden verbonden aan de crisis van het coronavirus heeft de FOD Financiën haar niet essentiële onderzoeksdaden ter plaatse uitgesteld. De belastingadministratie is evenwel niet stilgevallen. Zo heeft zij een golf aan vragen om inlichtingen verstuurd aan aanzienlijk veel titularissen van rekeningen in het buitenland, tot grote spijt van sommigen….
We moeten ons geen illusies maken. De maatregelen die de overheid heeft genomen om de economie te ondersteunen zullen zorgen voor een enorm gat in de begroting van de Staat. Iemand zal ooit de factuur daarvan gepresenteerd krijgen. Volgens sommigen moet de oplossing gevonden worden in een post-corona fiscaliteit (vermogensbelasting, belasting van de « buitengewone winst » van grote ondernemingen tijdens de crisis, het belasten meerwaarden op aandelen,…). De bal ligt voor het ogenblik in het kamp van onze politici. Ondertussen blijft de belastingadministratie niet stilzitten : zij tracht de niet aangegeven belastbare inkomsten op te sporen.

Gedurende deze laatste weken heeft de fiscus zodoende een vraag om inlichtingen verstuurd aan een aanzienlijk aantal belastingplichtigen die titularis zijn van financiële rekeningen in het buitenland. Deze hadden onder meer betrekking op de bewegingen op de rekeningen, de saldi van de rekeningen bij het begin en op het einde van ieder belastbaar tijdperk, de levensverzekeringsovereenkomsten afgesloten bij buitenlandse maatschappijen of de bankrekeningen verbonden aan het beheer van onroerende goederen gelegen in het buitenland. Er werd eveneens zeer punctuele informatie gevraagd naar aanleiding van verrichtingen met betrekking tot participaties in beleggingsfondsen (SICAV), die het de fiscus mogelijk zouden kunnen maken om zo nodig de eventuele meerwaarden te gaan belasten in toepassing van de « Reynders-taks » (art. 19bis WIB).

Deze vragen om inlichtingen hebben meestal betrekking op de inkomstenjaren 2012 tot 2018 (aanslagjaren 2013 tot 2019). De fiscus maakt hier gebruik van de buitengewone aanslagtermijnen die van toepassing zijn wanneer hij inlichtingen verkrijgt van buitenlandse belastingdiensten.

Deze vragen om inlichtingen zijn het gevolg van de fameuze « CRS » (« Common Reporting Standard »)-fiches die in september 2018 werden overgemaakt aan de Belgische belastingadministratie. De lezers van onze website weten dat de Belgische belastingdiensten op een zilveren schotel inlichtingen aangereikt krijgen over financiële rekeningen op naam van Belgische inwoners bij buitenlandse financiële instellingen gevestigd in 99 Staten, waaronder Luxemburg, Zwitserland, Liechtenstein, Hong Kong, Singapore, De Verenigde Arabische Emiraten (en waaronder meer bepaald Dubai), de Britse Maagdeneilanden, de Kaaimaneilanden en Panama. Het spreekt voor zich dat de belastingadministratie gebruik maakt van deze massa aan informatie. Indien uit de inlichtingen die de Belgische fiscus heeft verkregen op grond van de CRS-fiches zou blijken dat de belastingplichtige bepaalde inkomsten niet heeft aangegeven zal de fiscus er niet voor terugdeinzen om een vraag om inlichtingen te versturen of zelfs een bericht van wijziging.

De personen die mogelijks getroffen worden kunnen zeer uiteenlopende profielen hebben :
• de titularis van een effectenrekening bij een Zwitserse of Luxemburgse private bank ;
• de titularis van een patrimoniumvennootschap/een trust/een stichting die een beursgenoteerde aandelenportefeuille heeft bij een bank gevestigd te Dubai;
• de eigenaar van participaties in private equity fondsen (bijvoorbeeld, een Luxemburgse SICAR) ;
• de verzekeringnemer van een tak 23 levensverzekering bij een Luxemburgse maatschappij ;
• de titularis van een Franse bankrekening waarop huurinkomsten worden gestort van zijn tweede verblijf in het zuiden van Frankrijk, enz.

Denken dat men de dag van vandaag zijn buitenlands vermogen nog kan verbergen is een mythe.