TIP 1: HET DUO-LEGAAT EN HET MONO-LEGAAT
Voorbeeld:
Een suikertante kent bij testament haar vermogen van 800.000 euro toe aan haar 3 neven. In normale omstandigheden zonder duo legaat zullen de drie neven op dit bedrag 500.000 euro successierechten betalen. In dit geval wordt het successierecht immers berekend op de som van de netto-erfdelen en niet op elk erfdeeel afzonderlijk. De neven erven dus na betaling van de successierechten 300.000 euro, hetzij elk 100.000 euro.
Indien de suikertante nu beslist om een testament met een duo legaat te maken waarbij haar nalatenschap wordt toegekend aan de VZW Kom op tegen kanker, onder last 390.000 euro toe te kennen aan haar drie neven dan is de situatie totaal anders. In dit geval moet de VZW Kom op tegen kanker netto 390.000 euro overmaken aan de drie neven. De successierechten die op dit bijzonder legaat aan de neven moeten worden betaald door de VZW en bedragen 233.500 euro. Daarnaast moet de VZW ook nog haar eigen successierechten betalen op haar erfdeel dat 410.000 euro bedraagt (800.000 euro – 390.000 euro) De successierechten voor een VZW bedragen in Vlaanderen thans 8,5%, hetzij dus in dit geval 34.850 euro. In totaal worden er met een duo legaat dus 268.350 euro aan successierechten betaald, en houden de drie neven elk 130.000 euro netto over, en behoudt de VZW na betalen van alle successierechten zelf nog 141.650 euro over.
Wat vaak als een nadeel wordt beschouwd bij een duo legaat is het feit dat de goed doel-rechtspersoon in het bezit wordt gesteld van de volledige nalatenschap, waardoor de familie eigenlijk de controle over de nalatenschap verliest. Om dit vermijden kan men ook werken met een mono-legaat, waarbij de wettelijke erfgenamen de nalatenschap verkrijgen en er een bijzonder legaat wordt toegekend aan een goed doel-rechtspersoon onder last om ook de successierechten van de erfgenamen te betalen. Op die manier behouden de erfgenamen de controle over de nalatenschap die ze kunnen vereffenen en verdelen en verkrijgt mlen hetzelfde voordeel op het vlak van de successierechten als met een klassiek duo legaat.
TIP 2: HET IK-OPA/OMA TESTAMENT
Dankzij het ‘ik-opa’ testament wordt een generatie overgeslagen waardoor dubbele successierechten worden vermeden. In normale omstandigheden zou de nalatenschap eerst bij de ouders terechtkomen (die successierechten verschuldigd zijn) en vervolgens pas bij de kleinkinderen zelf (waarop alweer successierechten worden geheven). Als gevolg van de uitwerking van het ‘ik-opa’ testament betalen de kinderen van de erflater enkel successierechten op het bedrag van de nalatenschap verminderd met de waarde van de schuldvordering die wordt geërfd door de kleinkinderen. De kleinkinderen betalen op hun beurt alleen successierechten op de contante waarde van deze schuldvordering.
Voorbeeld:
Grootvader heeft 1 zoon en 2 kleinkinderen. Hij heeft een roerend vermogen van 500.000 euro. Indien er geen testament wordt gemaakt dat betaalt de zoon na het overlijden van grootvader op 500.000 euro roerend vermogen in Vlaanderen 87.000 euro aan successierechten. Hij houdt dus 413.000 euro netto over. Indien later de zoon overlijdt zijn er tweede maal successierechten verschuldigd door de beide kinderen die dan elk 206.500 euro erven. Op dit erfdeel zullen ze beiden 15.858 euro successierechten betalen. De totale fiscale last in dit voorbeeld bedraagt dus 87.000 euro + (2 x 15.858 euro) of 118.170 euro.
De grootvader maakt nu een ik-opa testament waarbij zijn zoon een schuld erkent ten aanzien van de kleinkinderen van 400.000 euro. Bij het overlijden van grootvader zal de zoon successierechten moeten betalen op 500.000 euro roerend vermogen verminderd met een schuld ten aanzien van zijn kinderen van 400.000 euro. Het belastbaar erfdeel van de zoon bedraagt dan 100.000 euro waarop hij in Vlaanderen 6.000 euro aan successierechten zal moeten betalen. Ook de kleinkinderen betalen successierechten op de schuldvordering van 400.000 euro die zij hebben ten aanzien van hun vader. Zij zullen elk 15.000 euro successierechten moeten betalen en zij erven een schuldvordering t.b.v. 200.000 EUR per persoon, die aan hen wordt uitbetaald op het moment dat hun vader sterft. In totaal wordt bij overlijden grootvader een bedrag van 36.000 euro aan successierechten betaald. Wanneer dan later de zoon sterft, dan zullen de kleinkinderen geen successierechten meer hoeven te betalen en krijgen zij hun schuldvordering t.b.v. 200.000 EUR elk uitbetaald. In totaal bedragen de successierechten na beide overgangen met een ik-opa testament 36.000 EUR.
TIP 3: HET HINKSTAP-TESTAMENT
Voorbeeld:
Stel nu dat de pater familias twee kinderen heeft die elk op hun beurt vier kinderen hebben. Hijzelf beschikt over een vermogen van om en bij 800.000 euro.
Indien hij geen testament opstelt zullen zijn twee kinderen elk 400.000 euro erven. In het kader van de Vlaamse successierechten is hier 60.000 euro successierechten op verschuldigd op het erfdeel van elk van de twee kinderen. Indien de pater familias in zijn testament de generatie van zijn kinderen overslaat en zijn vermogen aan zijn acht kleinkinderen legateert zal elk kleinkind 100.000 euro erven waarop dan per kop 6.000 euro successierechten verschuldigd zullen. Op die manier wordt 66.000 euro bespaard aan successierechten. (120.000 euro bij een erfenis aan de twee kinderen tegenover 54.000 euro bij een erfenis aan de 8 kleinkinderen).
Deze techniek van de ‘generation skipping’ heeft aldus een dubbel voordeel. Niet alleen wordt de nalatenschap meer gespreid hetgeen tot lagere successierechten leidt, bovendien wordt er ook onrechtstreeks op successierechten bespaard. Aangezien het vermogen onmiddellijk door de kleinkinderen wordt geërfd moet slechts één keer successierechten worden betaald. Indien de nalatenschap eerst naar hun ouders zou gaan zouden eerst zij gehouden zijn tot het betalen van successierechten, waarna hun kinderen opnieuw successierechten dienen te betalen wanneer zij van hun ouders het resterende bedrag van de nalatenschap van de grootouder erven.
Het nadeel van het hinkstap-testament is dan wel dat de kinderen van de pater familias geen erfenis in handen zullen krijgen. Soms kan het echter noodzakelijk zijn dat de kinderen niet met lege handen achterblijven. Een mogelijke oplossing bestaat in het opmaken van een testament waarbij de grootvader het vruchtgebruik van zijn vermogen overlaat aan zijn kinderen en de blote eigendom aan zijn kleinkinderen. Zo kunnen de kinderen tijdens hun leven de opbrengsten van het vermogen (zoals huur en dividenden) genieten ook al zijn de kleinkinderen reeds eigenaar. Aangezien de nalatenschap van de grootouder wordt verspreid over zijn kinderen én kleinkinderen zullen deze opnieuw van de rechtstreekse belastingbesparing kunnen genieten. Bij overlijden van de ouders wordt het vruchtgebruik automatisch gevoegd bij de blote eigendom waardoor hun kinderen geen successierechten meer verschuldigd zijn en de onrechtstreekse belastingbesparing een feit is.
Ook moet ermee rekening worden gehouden dat de grootouder die ‘generation skipping’ voorziet in zijn of haar testament de wettelijke reserve van zijn kinderen aantast. Dit is het erfdeel waarop de kinderen eigenlijk via het wettelijk erfrecht recht op hebben. Indien de pater familias via testament meer toekent aan de kleinkinderen dan de wettelijke reserve, dan kunnen de kinderen hun deel opeisen. Het is dan ook van cruciaal belang dat u met uw kinderen samenzit en vraagt naar hun mening over een mogelijke ‘generation skipping’ alvorens u effectief overgaat tot het opstellen van dergelijk testament. Indien de familiale verstandhouding optimaal is en uw kinderen gaan akkoord, kunt u met een vrij gerust hart legateren aan uw kleinkinderen.
TIP 4: HET REST-TESTAMENT
Met deze techniek van successieplanning kan u er allereerst voor zorgen dat uw vermogen niet in “verkeerde” handen valt.
Voorbeeld:
Een bejaarde dame heeft geen kinderen en enkel een zus als naaste familielid. Bij testament laat zij haar volledige vermogen na aan haar zus, maar met de clausule dat haar resterende vermogen na het overlijden van haar zus naar Artsen zonder grenzen zou gaan. Op die manier wordt vermeden dat het vermogen terecht komt bij de kinderen van de zus, met wie de familie in ruzie ligt.
Daarnaast kan het rest-testament in bepaalde gevallen ook fiscaal interessant zijn. Dit is het gevolg van het feit dat de tweede erfgenaam uiteraard ook successierechten moet betalen, maar op basis van het tarief dat van toepassing is alsof hij zelf rechtstreeks zou erven van de persoon die het testament heeft opgemaakt.
Voorbeeld:
Vader kent zijn beleggingsportefeuille met een waarde van 100.000 euro bij testament toe aan zijn zoon Bart, met de clausule dat de beleggingsportefeuille bij het overlijden van Bart moet worden toegekend aan diens broer Frank. Bart sterft 3 jaar na zijn vader en op dat moment is de portefeuille 120.000 euro waard. Aangezien Bart kinderloos is, is Frank zijn enige erfgenaam.
Op de erfenis van vader zal Bart in Vlaanderen 6.000 euro moeten betalen. Zonder rest-testament zal Frank op de beleggingsportefeuille 47.250 euro successierecht moeten betalen. Dit is het gevolg van het feit dat de successierechten hier bepaald worden volgens het tarief tussen broers. Met een rest-testament zal Frank successierechten moeten betalen op de beleggingsportefeuille volgens het tarief tussen ouders en kinderen. In dit geval bedraagt het te betalen successierecht slechts 7.800 euro.