Een van de problemen met schenken is natuurlijk dat men wel fiscaal voordelig vermogen kan overdragen en kan ontsnappen aan successierechten, maat terzelfdertijd is men zijn vermogen na de schenking natuurlijk ook kwijt. Gegeven blijft nog altijd gegeven. Dit is nog steeds voor heel wat mensen een drempel omdat ze vrezen later in hun oude dag in de kou te staan als ze al hun vermogen aan de volgende generatie hebben overgedragen door middel van een schenking. Nochtans bestaan er ook technieken om vermogen te schenken en terzelfdertijd ook de controle en de inkomsten over het geschonken vermogen te behouden.
GEVAL 1: SCHENKEN MET VOORBEHOUD VAN VRUCHTGEBRUIK
GEVAL 2: SCHENKEN ONDER LAST
GEVAL 3: DE MAATSCHAP
In de wondere wereld van de successieplanning is de burgerlijke maatschap op korte tijd zeer populair geworden. Dit is niet zo verwonderlijk want het gaat om een eenvoudige, discrete en goedkope constructie die echt voor iedereen toegankelijk is. De maatschap is eigenlijk niet meer dan een eenvoudige vennootschap waarbij twee of meer personen (de ‘maten’) iets in gemeenschap brengen met de bedoeling om aan de maten een vermogensvoordeel te bezorgen. Deze structuur kan dan ook als een vorm van gereglementeerde mede-eigendom worden aanzien.
Voor de oprichting van de maatschap zijn er weinig formaliteiten waarmee u rekening moet houden, in die mate dat zelfs een eenvoudige overeenkomst tussen u en de personen waarmee u de maatschap wenst op te richten volstaat. Verder is er bij de oprichting geen minimumkapitaal, bankattest of financieel plan vereist en hoeven de statuten niet te verschijnen in het Belgisch Staatsblad, wat de nodige discretie biedt. Bovendien is het prijskaartje voor de werking van de maatschap bijzonder aantrekkelijk. De kosten liggen immers zeer laag vermits de vennoten geen boekhouding hoeven te voeren en er aldus ook geen verplichting bestaat jaarrekeningen neer te leggen. Tot slot dient te worden opgemerkt dat de maatschap door de fiscus wordt aanzien als fiscaal transparant. Hierdoor kunnen bepaalde leden van de maatschap de inkomsten uit het ingebrachte vermogen van de maatschap blijven behouden en is de maatschap niet onderworpen aan de vennootschapsbelasting.
De maatschap is bijzonder interessant voor successieplanning omdat het u toelaat om uw vermogen zonder successierechten over te dragen aan de volgende generatie, maar ook nog een zekere vorm van controle over het vermogen te behouden. Door uw vermogen af te staan aan een “maatschap” zorgt er ervoor dat er op het moment van uw overlijden geen vermogen meer in uw nalatenschap aanwezig is, zodat er geen taxatie meer mogelijk is op het vlak van de successierechten en uw erfgenamen niet met de zware erfenislast worden geconfronteerd.
Voorbeeld:
Om te illustreren hoe de maatschap werkt kunnen we best werken met een voorbeeld waarbij ouders hun effectenportefeuille zo goedkoop mogelijk wensen door te geven aan hun twee meerderjarige kinderen en tegelijkertijd nog steeds de volledige controle over de portefeuille te behouden en de inkomsten te innen.
Om deze doelstelling te bereiken richten de ouders samen met de twee kinderen een maatschap op waarbij de ouders hun effectenportefeuille inbrengen en de kinderen een kleine geldsom. De ouders worden dan samen met hun kinderen deelgenoten in de maatschap en in ruil voor de inbreng krijgen alle vennoten dan deelbewijzen. De deelbewijzen kunnen vervolgens voor 99% worden geschonken door de ouders aan de kinderen, hetzij via een handgift, hetzij via een geregistreerde schenking met betaling van 3% schenkingsrechten.
Dankzij deze taktiek zorgt u ervoor dat de maatschap eigendom wordt van de kinderen, maar door de 1% van de deelbewijzen die u in handen houdt en mits de juiste redactie van de statuten, bent u onafzetbaar en blijft u als statutair zaakvoerder de controle en beslissingsmacht over het vermogen behouden en kunt u verder genieten van de inkomsten van het vermogen. Op die manier behoudt u het beheer van uw geschonken vermogen als zaakvoerder van de maatschap en zullen uw kinderen niet gehouden zijn tot het betalen van successierechten ( behalve op 1% van de deelbewijzen van de maatschap) wanneer u komt te overlijden, aangezien uw vermogen reeds aan hem werd geschonken en dit geen deel zal uitmaken van uw nalatenschap.
GEVAL 4: DE PRIVATE STICHTING
De oprichting van een private stichting is echter niet zo eenvoudig en vrij van formaliteiten als de oprichting van een maatschap. De oprichting kan enkel bij authentieke akte, wat betekent dat u verplicht bent uw oprichtingsakte te laten notificeren bij een notaris. De statuten van een stichting dienen bepaalde vermeldingen te bevatten en te verschijnen in het Belgisch Staatsblad, dit in tegenstelling tot de maatschap waar de statuten een grote contractuele vrijheid en discretie genieten. Daarenboven dient u bij een stichting een boekhouding te voeren en de jaarrekeningen neer te leggen.
Bij het oprichten van een stichting krijgt de oprichter in ruil voor het ingebrachte vermogen certificaten. De certificaathouder kan dan samen met de stichting een overeenkomst opstellen waarin onder meer kan staan dat de stichting de eventuele opbrengst van het vermogen aan de certificaathouder moet ter beschikking stellen. De certificaten kunnen vervolgens met voorbehoud van vruchtgebruik worden geschonken aan de erfgenamen van de certificaathouder.
Door te schenken met voorbehoud van vruchtgebruik behoudt u als oprichter van de stichting het recht op het eventuele inkomen van de stichting. Tot slot is het vaak wenselijk dat de oprichter van de stichting nog steeds de controle behoudt over het beheer van het ingebrachte vermogen. Ook dat is mogelijk. Het bestuur van een private stichting dient immers te worden waargenomen door een raad van bestuur bestaande uit tenminste drie leden. Het is aan de oprichter om in de statuten te voorzien dat hij deel uitmaakt van dit orgaan samen met door hem aangeduide vertrouwenspersonen.
Bijkomend is het aangeraden reeds in de statuten te voorzien dat de stichting na het overlijden van de stichter verder bestuurd zal worden door de vertrouwenspersonen, zodat uw vermogen blijft beheerd volgens de wens van de oprichter. Op die manier wordt verhinderd dat een mogelijke onenigheid tussen de erfgenamen die certificaten hebben verworven zou kunnen leiden tot een verdeling van het vermogen. De erfgenamen hebben immers enkel recht op de eventuele opbrengst van het vermogen en op kapitaaluitkeringen wanneer het bestuur zou beslissen over te gaan tot een kapitaalvermindering of liquidatie van de stichting.
Zoals gezegd is de stichting een veel loggere structuur dan de maatschap. De stichting is dan ook enkel bedoeld voor de grotere vermogens die beheerd moeten worden over verschillende generaties heen.