AANDELEN EN AANDELENOPTIES
De toekenning van aandelenopties kan ook fiscaal vrij interessant zijn. De werknemer wordt immers forfaitair belast op het moment van de toekenning van de opties. Hij wordt met andere woorden niet belast op de winst die hij maakt bij een eventuele verkoop van de aandelen. De waarde van het belastbaar voordeel wordt forfaitair geraamd op 18 % van de waarde van de onderliggende aandelen. Indien de periode waarin de optie kan worden uitgeoefend lang en er is dan vijf jaar, dan worden wordt het forfaitair voordeel met 1 % per jaar verhoogd. De percentages van 18% en 1% worden verlaagd tot respectievelijk 9% en 0,5% als de volgende voorwaarden zijn vervuld:
- de uitoefenprijs van de optie definitief is vastgesteld op het ogenblik van het aanbod
- dat de optie niet mag worden uitgeoefend vóór het einde van het derde jaar en niet ná het einde van het tiende jaar na het jaar waarin het aanbod heeft plaatsgevonden
- dat de optie niet overdraagbaar is onder levenden
- dat het risico van waardevermindering van de aandelen waarop de optie betrekking heeft niet mag worden gedekt door de persoon die de optie toekent of door een persoon met wie de uitgever een band van wederzijdse afhankelijkheid heeft
- dat de optie betrekking moet hebben op aandelen van de vennootschap ten behoeve van wie de beroepsactiviteit wordt uitgeoefend of op aandelen van een andere vennootschap die een rechtstreekse of onrechtstreekse deelneming heeft in de eerstgenoemde vennootschap.
DE MAALTIJD-, SPORT-, CULTUUR- EN ECOCHEQUES
Ook sport-, cultuur- en eco-cheques zijn fiscaal vrijgesteld, althans onder bepaalde voorwaarden. Voor wat sport- en cultuurcheques betreft, is de vrijstelling beperkt tot 100 euro per jaar en per werknemer. Wat eco-cheques betreft is het barema vastgesteld op 250 euro per jaar en per werknemer.
VERPLAATSINGSVERGOEDINGEN
Vooreerst is de tussenkomst van de werkgever in het gebruik van het openbaar vervoer (trein, tram, bus, metro) voor het woon-werkverkeer volledig van belastingheffing vrijgesteld. Daarnaast is ook de tussenkomst van de werkgever in een georganiseerd gemeenschappelijk vervoer fiscaal vrijgesteld, althans tot maximaal de prijs van een treinabonnement in eerste klas voor dezelfde afstand. Ook indien de werknemer van de werkgever een “fietsvergoeding” krijgt als hij met de fiets naar het werk rijdt, geldt een vrijstelling. De fietsvergoeding is dan vrijgesteld ten belope van 0,22 euro/km. (aanslagjaar 2014) Als de werkgever tot slot een vergoeding toekent voor een andere vervoerswijze van en naar het werk (bijv. met de eigen wagen of zelfs te voet) dan bedraagt het maximaal vrijgestelde bedrag 380 euro per jaar. (aanslagjaar 2014) Wel is het mogelijk om de vrijstellingen voor woon-werkverplaatsingen te combineren.
Voorbeeld: Een werknemer legt per werkdag het volgende traject af. Van thuis naar het station met de auto, vervolgens met de trein naar Brussel en tot slot met de plooifiets nog 3km naar het werk. In de veronderstelling dat de werknemer voor zijn autoverplaatsingen van de werkgever een vergoeding krijgt van 50 euro/maand, dat de werkgever het treinabonnement terug betaalt en dat de werkgever een fietsvergoeding toekent van 0,22 eur/km, dan bedraagt de totale vrijstelling voor de werknemer:
- Autovergoeding: 50 euro x 12 maanden = 600 euro waarvan 380 euro wordt vrijgesteld
- Treinabonnement: volledig vrijgesteld
- Fietsvergoeding: volledig vrijgesteld.