2021/02/02: Aanwervingspremie kwalificeert als divers inkomen, ook voor werknemers

Recent publiceerde de fiscale administratie een beslissing omtrent de kwalificatie van de aanwervingspremie als divers inkomen, zodat de belastingdruk op deze premie daalt naar 33 procent voor degene die er aanspraak kan op maken.
Ter herinnering is een aanwervingspremie een premie die door de werkgever kan worden betaald indien een werknemer een kandidaat-werknemer aanbrengt bij de onderneming om zo toch de gepaste kandidaat te vinden voor vacatures die veelal gedurende lange tijd openstaan.

In de voorafgaande beslissing in casu heeft een onderneming het voorstel voorgelegd aan de administratie om een aanwervingspremie toe te kennen van maximaal 250 EUR per aangebrachte kandidaat-werknemer zowel aan haar eigen werknemers als aan derden, en dit tot tweemaal per jaar per persoon. Zo kan een medewerker of derde een bedrag van 500 euro verdienen per inkomstenjaar dat zal worden belast tegen het voordelig tarief van 33 procent.
Deze premie kan echter niet aan alle derden worden toegekend. Zo kunnen professionele organisaties die zich bezighouden met rekrutering hier geen aanspraak op maken, noch het huidige en toekomstig personeel van het management van de onderneming zelf. Die laatste uitsluitingsgrond wordt aangehaald omdat het management de beslissingsbevoegdheid heeft over de al dan niet aanwerving van de kandidaat-werknemer.

Deze aanwervingspremie werd in het verleden echter gekwalificeerd als beroepsinkomen en dus belast aan de progressieve tarieven in de personenbelasting voor de werknemers van de onderneming. Dat is ook logisch: artikel 31 van het Wetboek Inkomstenbelasting bepaalt immers dat wedden, lonen, commissies, gratificaties, premies, vergoedingen en alle andere soortgelijke beloningen, met inbegrip van fooien en toelagen die, zelfs toevallig, uit hoofde of naar aanleiding van het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid op enige andere wijze worden verkregen dan als terugbetaling van eigen kosten van de werkgever als bezoldiging kwalificeren.

Dat lijkt nu verleden tijd te zijn. Voortaan wordt een dergelijke premie gekwalificeerd als een toevallige prestatie, zowel in hoofde van het eigen personeel als in hoofde van de derde begunstigde en dient dan ook als diverse inkomsten te worden belast. Deze omslag van kwalificatie vindt volgens de dienst voorafgaande beslissingen grondslag in het feit dat niet enkel het eigen personeel maar ook derde personen aanspraak kunnen maken op deze premie.

Ten slotte sluit de dienst voorafgaande beslissingen af dat de beslissing slechts geldig is in zoverre de onderneming de nodige inspanningen levert ten overstaan van derden om voldoende ruchtbaarheid te geven aan deze aanwervingspremie. Naar de concrete draagwijdte van “voldoende ruchtbaarheid” is het echter gissen.